Ongelukken voorkom je gemakkelijk zélf
Voorkom een ongeluk met je auto
Het is ons van jongs af aan ingeprent: wees voorzichtig in het verkeer! En ook tijdens je rijlessen zei je rijinstructeur het vast herhaaldelijk: ‘Kijk goed uit!’ En toch gaat het nog vaak fout in het verkeer en raken mensen betrokken bij een ongeval. Maar je kunt zelf al veel doen om een ongeluk te voorkomen. Lees onze tips!
Goed kunnen zien: schone ruiten
De meeste ongelukken gebeuren als je nog maar net van huis bent. Het is herfst of winter, dus donker, vochtig, misschien wel glad op de weg. Natuurlijk heb je voordat je de auto instapt de weersverwachting bekeken en weet je of er risico is op gladheid of harde wind. Controleer voordat je wegrijdt ook of je ruiten en spiegels niet bevroren zijn en maak ze zo nodig helemaal ijs- en sneeuwvrij.
Ook vanbinnen schone, droge ruiten
Als je voordat je in de auto stapte bent natgeregend, dan is de kans groot dat je ruiten binnen de kortste keren aan de binnenkant beslaan. Zet daarom de verwarming, de blower of de airco aan, zodat het vocht snel verdwijnt. Ga niet autorijden met beslagen of bevroren ruiten en spiegels. Maar haal ook de vaantjes en sjaal van je voetbalclub, stickers en je mobieletelefoonstandaard uit je gezichtsveld. Doe alles om ervoor te zorgen dat je goed ziet wat er rond en voor je auto gebeurt en wat er op de verkeersborden staat.
Goede verlichting, regelmatig controleren
Natuurlijk is alle verlichting van je auto in orde; gebruik die dus ook! Controleer regelmatig of alle lampen het nog doen. Het eens per jaar door de garage laten checken is echt niet voldoende. Je verlichting is niet alleen om te kunnen zien in het donker, maar ook om zichtbaar te zijn voor andere weggebruikers. Want alleen als je elkaar ziet, kun je elkaar ontwijken.
Goede banden
Over ontwijken gesproken: zorg ook dat je banden in orde zijn, zodat je auto optimaal grip op de weg heeft. Alleen dan kun jij je auto onder controle houden, zodat je niet bij het minste of geringste in een slip raakt. Of als het erop aankomt je een veel langere remweg hebt dan je verwachtte. Denk in het najaar en winter ook eens na over het aanschaffen van winter- of allseason-banden, want die hebben meer grip bij temperaturen onder de 6 graden.
Laat je niet afleiden
Telefoontje op zijn plek? Radio op de juiste zender, airco en ventilatie goed ingesteld? En je navigatie, je stoel? Zitten je kinderen veilig in hun kinderzitje of in de gordel op de achterbank? Allemaal zaken die je moet hebben geregeld voordat je wegrijdt. Als je dat doet als je al vertrokken bent en al in de drukke ochtendspits in je woonplaats rijdt, dan vráág je bijna om ongelukken. Regel alle bijzaken dus vóór je vertrekt en concentreer je op het autorijden en het overige verkeer – want misschien wel driekwart van de fietsers rijdt zonder licht en de helft van de automobilisten geeft geen richting aan. Zorg dus dat jij ze op tijd ziet.
Goed kijken
Kijk verder dan je neus lang is. Als je pas reageert als de auto vóór je remt, ben je eigenlijk al te laat. Kijk verder vooruit dan alleen je voorligger – kijk twee, drie of liefst nog meer auto’s verder vooruit. Check regelmatig je binnen- en buitenspiegel. Dan kun je de volgende verkeerssituatie al zien aankomen, en dan zie je ook wat de auto’s verderop of achterop doen – of zouden kunnen doen. Zo creëer je voor jezelf ruimte en tijd om te reageren. Dit is natuurlijk belangrijk bij hogere snelheden, maar ook in de bebouwde kom, want daar gebeuren nog veel meer onverwachte dingen dan erbuiten.
Kijk om je heen: ruimte en afstand
Houd voldoende afstand, minimaal twee seconden tot je voorligger. Je hebt dan iets meer tijd om te reageren, maar bedenk: hoe harder je rijdt, des te sneller je bij een eventueel obstakel aankomt. En kijk ook altijd regelmatig om je heen om te weten waar ruimte is om een eventuele uitwijkmanoeuvre te kunnen uitvoeren. Een ongeluk ontwijken is belangrijk, maar daarmee moet je niet een ander ongeluk veroorzaken.
Voorrang krijg je, die neem je niet
Wat hoor je vaak na een aanrijding? ‘Maar ik had toch voorrang?!’ Tsja, je kunt wel voorrang hebben, maar je moet toch afwachten of je die ook krijgt… Wees voorzichtig en schat zorgvuldig in of je ook écht voorrang krijgt. Oók bij verkeerslichten. Als jij groen licht hebt en de ‘andere partij’ negeert het rode licht – of ziet het gewoon niet – dan zal die echt niet voor je stoppen. Dan incasseer jij de klap.
Voorkomen is beter dan genezen
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Maar je kunt dus wel het een en ander doen om een ongeluk te voorkomen. Zorg dat je auto in orde is, zorg dat je zelf in orde bent en de verkeersregels kent, zorg dat je je auto onder controle hebt, rijd niet te hard, neem geen risico’s, rijd defensief, laat je niet afleiden, doe niet stoer en gebruik je verstand.
